Ons stroomnet raakt vol: wat betekent dat voor jou?

We willen duurzamer leven. Dus koken we elektrisch, laden we onze auto thuis op en laten we de zon voor ons werken via zonnepanelen. Maar al die stroom tegelijk zorgt voor drukte op het net. Dat noemen we netcongestie – een file op het stroomnet.

Wat betekent dat precies en hoe kunnen huishoudens met slimme keuzes direct bijdragen aan de oplossing? We vroegen het aan Franc Klomp (congestiemanager) en Marloes Koenraads (propositiemanager gebouwde omgeving) van netbeheerder Stedin.

Je kunt het stroomnet zien als een wegennetwerk, legt Franc uit. ‘De dikke hoogspanningsleidingen zijn als grote snelwegen, de middenspanningsstations zijn zoals provinciale wegen en de dunne laagspanningskabels zijn de lokale straatjes die direct naar je huis gaan.’

‘Netcongestie is eigenlijk gewoon een file: te veel stroom die tegelijk door dezelfde kabels wil. Maar net als op de weg is het 's nachts vaak rustig. Het probleem is dus niet altijd aanwezig. In Zeeland speelt dit vooral bij de grote 'snelwegen', de hoogspanningsleidingen.’

Wie merkt wat van netcongestie?

Bij netcongestie maken we onderscheid tussen kleinverbruikers (zoals jouw woning of een kleine winkel) en grootverbruikers (zoals fabrieken of een groot winkelcentrum). Voor huishoudens zijn er geen wachtlijsten voor een nieuwe aansluiting of zonnepanelen, zegt Marloes.

Maar grotere projecten: zoals een nieuwe wijk met school of supermarkt hebben een zwaardere aansluiting nodig. Daar is het stroomnet vaak vol.

'Als we niets doen, wordt het lastig om duurzame projecten, winkelcentra of bedrijven aan te sluiten.'

Dagelijkse realiteit

In Zeeland is netcongestie geen toekomstmuziek. Delen van Schouwen-Duiveland en Tholen zitten al sinds 2020 aan hun limiet. Onlangs zijn daar nieuwe gebieden bij gekomen, waaronder de gemeente Veere (met uitzondering van Koudekerke en Biggekerke).

‘Bedrijven kunnen zich soms niet vestigen of uitbreiden. Nieuwbouw loopt vertraging op. Voor grootverbruikers betekent dat vaak jaren wachten,’ aldus Franc.

Maar er is ook goed nieuws: Recent heeft TenneT (de netbeheerder van het hoogspanningsnet in Nederland) flexibel vermogen gecontracteerd bij één van haar klanten. Daardoor kunnen de netbeheerders een deel van de wachtlijst voor nieuwe aansluitingen en uitbreidingen in verschillende regio’s in Zeeland verkorten.

Te veel opwek én te veel vraag

Het knelpunt zit aan twee kanten. ‘Op zonnige middagen leveren zonnepanelen tegelijk veel stroom. En rond etenstijd stijgt de vraag: iedereen laadt de auto op, kookt en zet de vaatwasser aan, ’ legt Franc uit.

Daar komt bij dat het stroomnet ooit is ontworpen als eenrichtingsverkeer: van grote centrales naar huishoudens. Door de snelle groei van zonnepanelen stroomt er nu ook veel stroom terug het net op. Dat zet het net onder druk en kan leiden tot overbelasting.

Wat jij nu al kunt doen: verplaats je verbruik

Het uitbreiden van het stroomnet kost tijd. Dat betekent dat er voorlopig nog knelpunten blijven bestaan. Maar we kunnen nu al iets doen: een deel van ons stroomverbruik verplaatsen naar momenten waarop het net minder belast is. Zo help je mee het stroomnet te ontlasten én maak je ruimte voor anderen.

Het is eigenlijk heel logisch, vertelt Marloes. ‘Als je je elektrische auto overdag oplaadt in plaats van 's avonds, of als je wasmachine draait wanneer de zon schijnt en zonnepanelen volop energie leveren, help je het net te ontlasten.’

Kleine moeite, toch impact

‘Je hoeft heus niet ineens om 16.00 uur te koken,’ stelt Marloes gerust. Het gaat juist om zaken waarbij de timing minder kritisch is.

'Denk bijvoorbeeld aan het aanzetten van de vaatwasser zodra de zon schijnt, of aan het opladen van accu’s en batterijen in de middag. Kleine handelingen die je comfort niet aantasten, maar wél verschil maken'

Huishoudens in het Verenigd Koninkrijk laten zien dat het succes zit in het aantal deelnemers. Daar wordt al op grote schaal slimmer omgegaan met stroomverbruik en met veel succes. 'Hoe meer mensen meedoen, hoe groter de impact.''

Van praten naar doen: proef in Zeeland

Alle inzichten hierboven klinken misschien logisch, maar leveren pas echt iets op als we ze in praktijk brengen. Daarom starten DELTA Energie en Stedin een proef waarbij zo’n 750 klanten meedoen. Samen zijn we benieuwd welk effect het heeft als een grote groep klanten hun stroomverbruik verplaatst naar momenten dat er veel zonne-energie wordt opgewekt.

‘Klanten met én zonder zonnepanelen doen mee,’ zegt Marloes. ‘We meten het effect op groepsniveau. Zo ontdekken we hoe we samen slimmer met stroom omgaan.’